Noord zuidlijn1

Metro- en trambanen

In een aantal Nederlandse gemeenten rijden metros, trams of lightrailvoertuigen. Deze kwalitatief hoogwaardige vorm van openbaar vervoer stelt hoge eisen aan de infrastructuur. Die betreffen met name de beschikbaarheid van de infrastructuur en de belastingen die de infrastructuur moet kunnen weerstaan. Ook voor deze toepassing biedt beton een prima oplossing.

Trambaanconstructies worden onderverdeeld in open, gesloten en bijzondere baanconstructies. De open baanconstructies worden uitsluitend door het railverkeer gebruikt. De gesloten en bijzondere baanconstructies worden bereden door zowel rail- als wegverkeer, in langsrichting of in dwarsrichting. Beton wordt toegepast in gesloten en in bijzondere baanconstructies.

Beton in een gesloten baanconstructie

Bij toepassing van beton in een gesloten constructie zullen de aanlegkosten hoger zijn dan die van bijvoorbeeld een open constructie op een ballastbed. Hier staat tegenover dat er minder onderhoud aan de baan nodig zal zijn. De onderhoudskosten zijn dus lager en de beschikbaarheid voor het openbaarvervoersysteem hoger. Een goede afweging tussen aanleg-, beheer- en operationele kosten is dus noodzakelijk om een optimale keuze te kunnen maken.

Bij gesloten baanverhardingen heeft een monoliete verharding de voorkeur. Bij het gebruik van de baan door zwaar verkeer is een monoliet betonnen verharding zelfs een vereiste. Deze constructie is uitermate geschikt in gebieden met een zettingsvrije of zettingsarme ondergrond.

Beton in bijzondere baanconstructies

Tot de bijzondere baanconstructies behoort ook de variant van embedded railconstructies op kunstwerken.

Wat de meest economische oplossing is voor een trambaanconstructie hangt af van vele factoren, waaronder de lokale situatie en de voorkeuren van de openbaarvervoermaatschappij en van de lokale en regionale overheid. Oplossingen onder dezelfde technische voorwaarden kunnen van elkaar verschillen; dat komt omdat de verantwoordelijkheden van de betrokken partijen, de benodigde investeringen, het onderhoud en de exploitatie variëren.