Betonnen kavelpaden voor windparken in Flevoland

  • Toepassingen
  • Bedrijfsverhardingen

Windplan Groen is een plan voor de aanleg van negentig nieuwe windturbines. Naar verwachting kunnen deze turbines circa 1,8 miljard kWh per jaar opwekken: evenveel elektriciteit als jaarlijks in de gehele provincie Flevoland wordt gebruikt. Betonnen kavelpaden maken de aanleg van de duurzame windparken mogelijk.

Windplan Groen is één van de vier deelgebieden van het grotere Regioplan Windenergie van de provincie Flevoland. Het doel van het provinciale plan: meer energie met minder windmolens. Voor de bouw van de negentig windmolens worden daarom ook 76 kleinere afgebroken. De meeste nieuwe molens hebben een tiphoogte van maar liefst 249 meter.

Kavelpaden door akkerland

Het project Windplan Groen is opgedeeld in elf parken. Voor de aanleg van de nieuwe molens worden nieuwe betonnen kavelpaden aangelegd. Deze paden - voornamelijk door akkerland - zijn 4 m breed, 250 mm dik en worden gebruikt voor de aanvoer van de molen naar de molenvoet en voor de bouwvakkers en installateurs die de molen in werking brengen en onderhouden. Ook de agrariërs in het gebied mogen na voltooiing gebruik maken van de kavelpaden.

Dun laagje zand op kleiondergrond

Vanwege de grootte van de opdracht is het aanleggen van de kavelpaden neergelegd bij verschillende aannemers. Den Ouden Infra is binnen Windplan Groen verantwoordelijk voor de kavelpaden van Vires Venti en Windpark Hanze. Totaal betreft het 6,5 km kavelpad. De verharding is gelegd op de kleiondergrond waarop 50 mm zand is aangebracht. Vanwege de dunne zandlaag kunnen de kippers die het beton aanvoeren niet door het cunet rijden. Daarom is er met stalen rijplaten een rijbaan aangelegd naast het kavelpad.

Krimpvoegen en uitzetvoegen

De kippers storten het beton in een betonbak naast de slipformpaver. Een kraan deponeert vervolgens het aardvochtig beton (verdichtingsmaat C1) vóór de paver. Om de 4 m zijn er krimpvoegen aangebracht door de verharding tot een derde van de dikte in te zagen. Elke 150 m is er een uitzetvoeg aangebracht die het mogelijk maakt dat het beton kan uitzetten tijdens warme zomerdagen. Dit voorkomt het zogenoemde opstuiken waarbij twee betonplaten elkaar naar boven duwen. In overleg met de omliggende agrariërs is de afwatering van het kavelpad bepaald (naar links, rechts of dakprofiel). Alle verhardingen zijn daarbij afgewerkt met een bezemstreek dwars op de rijrichting.

Relevante artikelen