Uitvraag met inzet van elektrisch materieel (SEB-inkopen) krijgt steeds meer vorm
Hoe gaat een opdrachtgever om in de uitvraag naar het verminderen van fossiele brandstoffen voor werkmaterieel en het bevorderen van de inzet van E-materieel?
De gemeente Eindhoven hanteert sinds 2021 een duurzaam aanbestedings/inkoopbeleid onder het motto: ‘Inkopen SEB (Schoon en Emissieloos/-arm Bouwen)’ voor alle projecten binnen de gemeente met betrekking tot de openbare ruimte.
De ambitie van de gemeente is dat in 2030 het hele gebied binnen de ring van Eindhoven emissievrij is. Dat gaat stap voor stap in samenspraak met alle betrokkenen. Vanaf 2025 mogen er alleen nog maar duurzame en efficiënte bestel- en vrachtauto’s de stad in komen. Wij vroegen de gemeente Eindhoven, in de persoon van Bas Drijvers, strategisch inkoop adviseur, hoe dit beleid in de praktijk vorm is gegeven.
Bas Drijvers: “We zijn in 2021 klein begonnen met de eerste uitvraag voor stratenmakers werk. Stratenmakers rijden en werken nu 100% zero-emissie: met elektrische voertuigen, werktuigen en elektrisch gereedschap. We hebben om invulling te kunnen geven aan onze ambitie een daarop toegespitste gunningsmethodiek ontwikkeld”.
Gunningsmethodiek materieel
In de gunningsmethodiek zijn aparte categorieën opgenomen voor werktuigen, voertuigen en gereedschappen. De essentie van werktuigen is de mechanische ondersteuning van het werkproces op het project. De essentie van voertuigen is het vervoeren van mensen, goederen en machines, niet zijnde ter ondersteuning van het primaire werkproces. Bij machinegereedschappen gaat het enkel om die in essentie niet zelfstandig noch met behulp van een bestuurder kunnen rijden.
Voor elke categorie is een verdere onderverdeling gemaakt (bij werktuigen naar stage-klasse en voertuigen naar aandrijving) en brandstoftypen. Aan elk brandstoftype is een weegfactor toegekend. Het aantal uren inzet van het betreffende materieel wordt vermenigvuldigd met de weegfactor tot ‘waardering’. Deze waardering wordt vervolgens uitgedrukt in een fictieve meerwaarde zero-emissie (in euro’s). Om verschillende inschrijvingen op deze manier te kunnen vergelijken wordt een evaluatieprijs berekend waarbij de fictieve meerwaarde in mindering wordt gebracht op de inschrijfsom. De inschrijving met de laagste evaluatieprijs is de winnaar.
Bewijslast
Voor de bewijslast van het te gebruiken materieel levert de inschrijver een lijst met gegevens aan (type, merk, kenteken, motor, brandstof e.d). Deze lijst wordt door de toezichthouder op het werk gebruikt ter controle.
Routekaart
Voor veel klein en licht materieel zijn elektrische varianten beschikbaar op de markt. Voor het zwaardere materieel veelal nog niet. Opdrachtnemers moeten daarvoor investeren en rekening houden met de lopende afschrijvingen op het bestaande materieel.
“De gemeente Eindhoven heeft met betrokkenen een concept routekaart tot 2028 (en gaat tusssentijds met de markt in gesprek voor 2030) opgesteld voor materieel en voor voertuigen. Daarbij wordt per jaar en type/klasse/stage aangegeven wat toegestaan zal worden, en waar opdrachtnemers dus rekening mee moeten gaan houden bij de inschrijving”, aldus Bas Drijvers.
De methodiek heeft veel voordelen. Het is toepasbaar zowel op alle Werken contracten als Diensten; kostenneutraal en alle inkoop draagt bij aan duurzame doelstellingen. Het is verder onder andere een objectieve beoordelingsmethodiek en is MKB-vriendelijk.
De methodiek is bij vele (gemeentelijke) opdrachtgevers en bedrijven gepresenteerd. Enkele tientallen overheden hebben deze methodiek inmiddels geadopteerd.
MKI op product
Omdat er voor de materieel component een aparte beoordelingsmethodiek is, wordt de MKI op productniveau (fase A1 t/m A3) gevraagd en niet op projectniveau. Naast deze MKI-waarde (in euro’s) worden ook subgunningscriteria Circulariteit en Garantie gevraagd in de uitvraag.
De MKI weegt de CO2-uitstoot mee en andere milieueffecten die tijdens het productieproces van het product vrijkomen. Het gebruik van schonere energie, minder primaire grondstoffen en minder transport naar de productielocatie wordt op deze manier gestimuleerd.
De circulariteit (in %) is een extra stimulans, naast de MKI. Beide dienen het doel minder primaire grondstoffen toe te passen en zo te werken naar een circulaire economie waar oud asfalt wordt gerecycled.
De garantie (in jaren) stimuleert een langere levensduur (TCO) van het product waardoor het gebruik van nieuweproducten minder vaak nodig is.
De opgegeven MKI-waarde, in combinatie met de gegevens over circulariteit en garantie worden omgerekend naar een fictieve meerwaarde. De hoogste meerwaarde is dan het meest gunstige.
N.B. Het is voor inschrijvers niet altijd makkelijk om MKI-waardes op productniveau van (beton)producenten te ontvangen.
Kwh behoefte
De gemeente Eindhoven is zich bewust dat het met dit beleid een toenemende vraag naar energie creëert binnen het stedelijk gebied. Maar het stedelijke gebied heeft het meest gespreide energienet. De gemeente is bezig een inventarisatie uit te voeren bij haar eigen gebouwen m.b.t. energiebehoefte een aangesloten capaciteit. Dit wordt nog verder uitgebreid met overige gebouwen en accommodaties waar op bepaalde perioden overcapaciteit op het e-net aanwezig kan zijn.
Bij inschrijving ontvangen inschrijvers van de gemeente de lijst met locaties met mogelijke ‘over’capaciteit. De inschrijver kan daarmee op zoek naar invulling van zijn energie-behoefte.
Benieuwd naar de ontwikkelingen op dit gebied bij opdrachtnemers? Het verhaal over de ontwikkeling van de elektrische slipformpaver van de Roos Groep lees je in het artikel 'Emissiebeperkende innovaties in de betonwegenbouw'