Mogelijke maatregelen
Oorzaak schade: oneffenheden/dwarsonvlakheid | Grinding | Oppersen/opvullen (stabiliseren) | Krammen/ankeren/ koppelen/verdeuvelen | Plaat geheel/gedeeltelijk vervangen | Voegvulling aanbrengen |
a. Verstoring van de fundering en/of ondergrond | + | + | x | + | x |
b. Ongelijkmatige vervorming van de ondergrond | + | + | x | + | x |
c. Water indringing bij voegen of scheuren | - | - | - | - | +** |
d. Ontbreken of niet functioneren drainage | - | - | x | ||
e. Doorbuiging van platen door wiellasten/verplaatsen fijne deeltjes in de fundering (trapjesovrming) | - | + | +* | + | 0** |
Legenda + geschikte reparatietechniek 0 voorwaardelijke reparatietechniek - niet toe te passen reparatietechniek x niet aan de orde zijnde reparatietechniek * toe te passen in combinatie met de reparatietechnieken oppersen/opvullen (stabiliseren) en het aanbrengen van voegvullingsmassa ** toe te passen in combinatie met het extra opzagen (dieper, breder) van de voegen |
In de meeste gevallen is verstoring van de fundering of ondergrond een gevolg van erosie. Hierdoor kan de verharding dieper wegzakken. Bij een gelijkmatige ondersteuning van de verharding door de fundering na het verzakken, kan het voldoende zijn de oneffenheden weg te grinden. Hiermee wordt een vlak wegdek te verkregen. Met het oppersen of opvullen is de verharding weer op de oorspronkelijke hoogte te brengen. Dit zorgt ook voor volledige ondersteuning. Met het volledig of gedeeltelijk vervangen van een plaat is ook een vlak wegdek te creëren. De te kiezen maatregel hangt af of er slechts een plaat verzakt is, of dat er ook aanliggende platen verzakt zijn. Het is raadzaam maatregelen te treffen om de verstoring van de ondergrond of fundering in de toekomst te voorkomen.
b Ongelijkmatige vervorming van de ondergrond
Dit probleem kan bijvoorbeeld voorkomen wanneer extra rijstroken zijn aangelegd op een ondergrond die in het verleden anders belast is geweest, zoals bij de kruising van oude sloten. Wanneer de zetting is gestabiliseerd, kan door grinding of oppersen/opvullen de oneffenheid worden weggenomen. Met het volledig of gedeeltelijk vervangen van een plaat kan ook een vlak wegdek worden gecreëerd. De te kiezen maatregel hangt af of er slechts een plaat verzakt is, of dat er ook aanliggende platen verzakt zijn.
c Waterindringing bij voegen of scheuren
Door de waterindringing ontstaat erosie van de fundering en/of de ondergrond De waterindringing moet zo snel mogelijk gestopt worden door het aanbrengen van een voegvulling en/of scheurvulling.
d Ontbreken of niet-functionerende drainage
Het oplossen van het probleem van onvoldoende drainage ligt niet zozeer in de verharding, maar meer in het verbeteren van de afwatering van het cunet van de weg. Dat kan ook betekenen het reinigen of aanbrengen van bermsloten en/of drainage.
e Doorbuiging van platen door wiellasten en verplaatsing van fijne deeltjes in de fundering (trapjesvorming)
Om de waterindringing te verminderen is het in ieder geval nodig een voegvulling aan te brengen. Het aanbrengen van deuvels in de dwarsvoegen in combinatie met het stabiliseren en aanbrengen van een voegvulling is ook een goede reparatietechniek. Langsvoegen zijn te behandelen met krammen of koppelstaven. Bij gehele of gedeeltelijke plaatvervanging kan de fundering worden hersteld.