Rotonde luchtfoto

Kwaliteitsbeoordeling

  • 18 november 2021
  • Techniek

De conditie van betonverhardingen is grotendeels te beoordelen door visuele inspectie van de verhardingen. De inspectiemethodiek staat beschreven in de CROW-publicaties 146a en 146b [2, 3]. Op de wegtypen 1, 2 en 3 kunnen aanvullend ook metingen uitgevoerd worden.

Globale visuele inspectie
De globale visuele inspectie is bedoeld om het planbaar onderhoud te kunnen voorspellen en vast te leggen voor de korte termijn (een à twee jaar) en de middellange termijn (drie tot vijf jaar). De ernst en omvang van de schade worden getoetst aan de CROW-richtlijnen voor cementbetonverhardingen; hiermee is het planjaar van onderhoud aan de verharding te berekenen. Bij de globale visuele inspectie gaat het om beoordeling van de schades ‘oneffenheden’, ‘scheurvorming’ en ‘voegvulling’. Daarbij worden de ernst en omvang van de schade in klassen genoteerd. Daar waar wenselijk kan de wegbeheerder besluiten facultatief ‘zetting’ en ‘afwatering’ als schade te beoordelen. Met een kruisje (bij ‘klein onderhoud’) kan de inspecteur per schade aangeven of klein onderhoud nodig is. Dit geldt ook voor schades, die niet wordt meegenomen in de beoordeling voor de planning. Het is raadzaam eenmaal per jaar een globale visuele inspectie uit te voeren.

Bij metingen op de wegen met wegtype 1, 2 en 3 valt voor cementbetonverhardingen te denken aan langsvlakheidsmetingen. Bij fietspaden met wegtype 7 gaat het om comfortmetingen. Het probleem van onvoldoende stroefheid komt vrijwel alleen voor op projectniveau. Voor objectieve beoordeling van de stroefheid van de verharding zijn stroefheidsmetingen noodzakelijk.

Klein onderhoudsinspectie
De in het inspectiesysteem opgenomen ‘klein onderhoud inspectie’ heeft het karakter van een veiligheidsinspectie. Het is de bedoeling deze inspectie meerdere malen per jaar uit te voeren. Het doel van de inspectie is om schades tijdig te signaleren en in hetzelfde planjaar op te heffen of te repareren. De wegbeheerder is vrij in het inrichten van de klein onderhoudsinspectie.

Schadecatalogus cementbetonverhardingen
In het ‘Handboek visuele inspectie’ [2] is een schadecatalogus opgenomen met beschrijvingen van de volgende schades:

  • aantasting;
  • oneffenheden;
  • scheurvorming;
  • voegvulling;
  • voegschade;
  • voegwijdte;
  • plaathoekbreuk;
  • gaten;
  • afwatering;
  • berm;
  • zetting;
  • reparatie;
  • stroefheid;
  • langsonvlakheid;
  • lastoverdracht.
Onder het kopje ‘opmerkingen’ staan op het inspectieformulier een aantal specifieke schade-aanduidingen voor cementbetonverhardingen.

Een goed opgezet systeem voor de signalering van calamiteiten en klachten van burgers is noodzakelijk om direct onderhoud te kunnen plegen. Direct onderhoud kan geen uitstel dulden en behoort tot het budget van klein onderhoud. De wegbeheerder is wettelijk verplicht om de wegen adequaat te onderhouden. Deze moet reparaties dus ook goed (laten) uitvoeren. De veiligheid van de weggebruiker is daarmee gediend en de aansprakelijkheid van de wegbeheerder wordt ingedamd. Bovendien houdt de wegbeheerder zo de structurele waarde en het comfort van de wegverharding in goede staat.