Rotonde luchtfoto

Langsvoegen

  • 18 november 2021
  • Techniek
CROW Kennisplatform

Langsvoegen zijn nodig bij ongewapende en doorgaand gewapende betonverhardingen op wegtypen 1 en 2. De langsvoegen kunnen als krimpvoeg of constructievoeg worden uitgevoerd. Langsvoegen mogen niet ter plaatse van de rijsporen liggen. Bij voorkeur liggen de voegen zo dicht mogelijk tegen, maar niet ter plaatse van, de voorgeschreven kant-, deel- en asstrepen. Bij tweestrooks rijbanen van autowegen ligt de langsvoeg juist op de inhaalstrook op circa 20 mm van de asstreep. Deze excentrische ligging van de langsvoeg is te zien in figuur 9.

D3004_ figuur 9.jpg

Figuur 9 Plaats van de langsvoegen

Bij tweestrooks rijbanen van autosnelwegen met een betonnen vluchtstrook ligt de langsvoeg tussen de rechter rijstrook en de vluchtstrook 0,50 m buiten de kantstreep. De middenvoeg in de inhaalstrook ligt direct links naast de asstreep.

D3004_ figuur 10.jpg

Figuur 10 Voegenplan met deuvels en koppelstaven voor een rijbaan met twee rijstroken en een vluchtstrook

Krimplangsvoegen
Krimplangsvoegen hebben dezelfde functie als de krimpvoegen in dwarsrichting. Ze worden aangebracht wanneer de werkbreedte van de betonstrook groter is dan 5 m. De doorsnedeverzwakking wordt verkregen door een circa 3 mm brede zaagsnede aan te brengen tot een diepte van 40 à 45% van de verhardingsdikte. De voegdiepte is groter dan bij krimpdwarsvoegen om meer zekerheid te hebben dat het beton onder de voeg doorscheurt. Praktijkervaring leert dat een eventuele scheur naast een langsvoeg over een grote lengte kan doorlopen en veel schade aan de betonverharding kan aanbrengen. Ook andere uitvoeringsmethoden zijn mogelijk. In plaats van inzagen kan ook door middel van een kunststofstrip in het verse beton een doorsnedeverzwakking worden verkregen. Dit gebeurt alleen wanneer later nog een deklaag op het beton wordt aangebracht. Om het uiteendrijven van de betonplaten te voorkomen, worden koppelstaven toegepast. Koppelstaven in krimplangsvoegen worden in verband met de relatief grote inzaagdiepte tot op tweederde van de dikte ten opzichte van de bovenkant van de betonplaat ingetrild.

D3004_ figuur 11.jpg

Figuur 11 Krimplangsvoeg met ingestorte koppelstaaf (voeg niet gevuld)

Betonstroken voor wegverbredingen moeten aan de doorgaande betonweg worden gekoppeld om de platen bij elkaar te houden en de langsvoeg gesloten te houden. Bij door het verkeer belaste voegen bedraagt de hart-op-hart afstand van de koppelstaven 1,0 m. Bij niet-belaste voegen kan de deze afstand tussen de koppelstaven worden vergroot van 1,0 naar 1,67 m. Koppelstaven hebben een diameter van 16 of 20 mm, zijn geprofileerd en hebben een lengte van 0,60 of 0,80 m. De staven moeten hechten aan het beton, maar ter plaatse van de voeg zijn ze over een lengte van ten minste 200 mm voorzien van een beschermende kunststoflaag met een dikte van ten minste 0,3 mm. Deze coating moet het staal beschermen tegen roest.

Constructielangsvoegen
Constructielangsvoegen zijn koude voegen tussen op verschillende tijdstippen aangelegde betonstroken. Ze worden veelal zonder profiel uitgevoerd. De koppelstaven worden in het midden van de plaatdikte in de eerst gestorte rijstrook in geboorde gaten verlijmd.

D3004_ figuur 12.jpg

Figuur 12 Constructielangsvoeg zonder profiel met ingelijmde koppelstaaf (voeg niet gevuld

D3004_ figuur 13.jpg

Figuur 13 Boren van een gat voor een koppelstaaf

Bij wegtype 1 en 2 worden vijf koppelstaven per plaat toegepast. Bij wegtype 3 en hoger zijn per plaat drie koppelstaven nodig.