Rotonde luchtfoto

Toelichting onderhoudswerkzaamheden

  • 18 november 2021
  • Techniek
  • Warm aangebrachte bitumineuze voegvulmassa’s moeten met een voegenploeg worden verwijderd. Hierbij kunnen kantbeschadigingen aan het licht komen. Deze zijn te onderscheiden naar vooraf zichtbare schaden, verborgen schade of gebreken, en schade ontstaan tijdens het uitploegen.
    Bij profielen is zagen niet mogelijk, omdat door de hitteontwikkeling de rubbermassa kan verkleven.
  • Bij bitumeneuze voegvulmassa’ s wordt na het uitploegen de voeg licht opgezaagd, waarna de voeg met water wordt schoongespoten. Vervolgens wordt een rugvulling aangebracht. Pas nadat het water is opgedroogd, wordt de primer aangebracht.
  • Tot voegkantherstel wordt in het algemeen overgegaan wanneer de breedte van de voegrand door afschilferingen meer dan 5 mm haaks afwijkt. Deze afwijking leidt tot interne spanningen in het voegafdichtingsmateriaal, waardoor de hechting verloren kan gaan. Voor profielen bedraagt de maximale afwijking 2 mm en bovendien mag de afwijking, in verband met de vloeistofdichtheid, niet abrupt zijn.
  • Bij het vervangen van een tweecomponenten voegvulmassa wordt deze tweezijdig uitgesneden en wordt de voeg opnieuw opgezaagd. Dit wordt niet gedaan om afbrokkeling bij het verwijderen van de massa te voorkomen, maar het is nodig om een schone voeg te krijgen.
  • Bij het vervangen van siliconen en acrylaten (koude voegvulmassa) moet altijd worden gezaagd.
  • Afdichtingen met profielen zijn eenvoudig herstelbaar. Na verwijderen, eventueel herstellen van kantschaden en uitkrabben, kan een nieuw profiel worden aangebracht. Voegkruisingen worden bij voorkeur vertand en verlijmd. Hierbij komt het profiel van de langsvoeg onder dat van de dwarsvoeg. Er moet rekening worden gehouden met de voorschriften van de leverancier ten aanzien van toegestane insnijdingen in de profielen.
  • Bij operationele verhardingen op vliegvelden en terminals kan de eis ten aanzien van de beschikbaarheid van de verharding zo groot zijn, dat er maar weinig tijd is voor het herstellen van voegafdichtingen. Ditzelfde geldt ook bij wegen waar de werkzaamheden ’s nachts worden uitgevoerd en waarbij de weg in de ochtend weer moet worden opengesteld voor verkeer. Er moet voldoende tijd zijn voor het uitfluxen en voor polymerisatie. Er zijn materialen die normaal en sneller polymeriseren. Het toe te passen materiaal wordt mede bepaald door het type verkeer.
  • Ten slotte wordt opgemerkt dat de vrijgekomen materialen niet kunnen worden hergebruikt. Ze moeten worden afgevoerd en gestort.