Rotonde luchtfoto

Bezemstreek

  • 18 november 2021
CROW Kennisplatform

Om betonverhardingen van een voldoende stroef oppervlak te voorzien, wordt het oppervlak voorzien van een textuur. De textuur bepaalt niet alleen de stroefheid, maar ook de geluidemissie van de banden op het wegdek. De standaardmethode voor het aanbrengen van de textuur is een bezemstreek. Deze wordt loodrecht op de rijrichting aangebracht. Vrijwel elke gewenste textuur is mogelijk. Er bestaan twee typen bezems:

  • nylonbezems: deze kunnen gebruikt worden bij machinale en handmatige verwerking;
  • staalbezems: deze worden slechts zelden gebruikt en dan alleen bij machinale aanleg.
In het bestek moet niet alleen de textuurdiepte worden voorgeschreven, maar ook de methode om de textuurdiepte te meten en te controleren. Voor de aanleg moet goed worden nagegaan met welke bezem de voorgeschreven textuurdiepte kan worden bereikt. De lengte en dikte van de vezels van bezems, de afstand van de bundeltjes en de grootte van de bundels kunnen voor heel verschillende resultaten zorgen. Belangrijk is dat men zich realiseert dat de textuur altijd in het zicht blijft. Een gelijkmatige textuur wordt verkregen door te werken met schone bezems en door te voorkomen dat speciekorreltjes op het oppervlak ontstaan.

Achter de slipformpaver kan een strook natte jute worden bevestigd, die over het oppervlak wordt gesleept als oppervlakafwerking. Deze methode wordt ‘bur-lap finishing’ genoemd en wordt soms toegepast op fietspaden. Met deze methode wordt een beperkte textuurdiepte behaald. Dit ‘gladde’ oppervlak wordt door fietsers zeer gewaardeerd.

D3006_figuur 43.jpg

Figuur 43 Aanbrengen bezemstreek