Rotonde luchtfoto

Begrippenlijst

  • 18 november 2021
CROW Kennisplatform

Aardebaan
Weglichaam zonder de verharding, bermaanvulling en bekleding.

Afschuinen
Het door zagen, slijpen of frezen verwijderen van de scherpe rand tussen voeg en verhardingsoppervlak, waardoor een vellingkant ontstaat met een horizontale breedte van 3-5 mm en verticaal gemeten een diepte van 3-5 mm.

Anker
Geribde ronde stalen staaf, aangebracht in de verharding onder een hoek van dertig graden ten opzichte van het horizontale vlak. Deze wordt aangebracht in betonplaten bij scheuren of langsvoegen om te voorkomen dat de plaatdelen uiteendrijven.

Aslast
Massa die via de as van een voertuig kracht uitoefent op de verhardingsconstructie.

Basisconstructie
Verhardingsconstructie in beton, die geschikt is voor toepassing op een ‘basisweg’.

Basisweg
Op wegbeheer gebaseerde, veel voorkomende weg met bepaald dwarsprofiel, verkeer en lay-out.

Beddingconstante (k)
Evenredigheidscoëfficiënt tussen de door de natuurlijke ondergrond geleverde tegendruk (p) en de zakking (w) van een oppervlak onder een verticale belasting.

Bedrijfscontrole
Controle door of namens het producerende bedrijf op de naleving van gestelde eisen bij de uitvoering van werken.

Bestek
Document dat de beschrijving van een werk bevat, de daarbij behorende tekeningen, de voor het werk geldende voorwaarden, de nota van inlichtingen en het proces verbaal van aanwijzing.

Besteksdikte
Ontwerpdikte vermeerderd met ten minste de uitvoeringstoleranties genoemd in art. 82.12.03 Standaard RAW Bepalingen 2015.

Beton
Verhard mengsel van cement, water, toeslagmaterialen en eventueel hulp- en/of vulstoffen.

Betonplaat
Door voegen of randen begrensd, meestal rechthoekig gedeelte van een betonverharding.

Betonreparatie
Betonreparatie is het schadeherstel aan de constructie, zodat de constructie weer voldoet aan de gestelde eisen qua vlakheid, stroefheid en draagkracht.

Betonspecie
Benaming voor een nog plastisch mengsel van cement, grof en fijn toeslagmateriaal en water waaraan vul- en hulpstoffen kunnen zijn toegevoegd (ook betonmortel genoemd).

Betonstaal
Stalen staven geschikt voor het wapenen van beton. Het betonstaal moet de optredende trekspanningen opnemen.

Betonverharding
Verhardingsconstructie waarvan de bovenste laag uit beton bestaat.

Boorkern
Cilindrisch proefstuk dat door middel van een holle boor uit de verharding wordt geboord.

Cement
Fijngemalen anorganische stof die na mengen met water een cementpasta of cementlijm vormt. De cementpasta bindt en verhardt door optredende hydraulische reacties tot cementsteen.

Combinatietoets
Bij een combinatietoets wordt enerzijds de werkelijke aanwezige dikte en druksterkte bepaald en deze waarden worden dan gehanteerd om de levensduur te bepalen. Hierbij dienen de plaatsgevonden belastingen te worden geïntegreerd.

Constructievoeg
Voeg die ontstaat wanneer een betonverharding wordt aangebracht, aansluitend aan een reeds eerder aangebracht gedeelte of reeds bestaande verhardingsconstructie (ook wel stortvoeg genoemd).

Curing compound
Product dat op een vers betonoppervlak wordt gesproeid om vochtverlies te beperken. Ook: nabehandelingsmiddel.

Dagvoeg
Grensvlak tussen delen van een gelijksoortige verharding, die op verschillende dagen zijn aangebracht.

Deuvel
Gladde, ronde stalen staaf, voorzien van een coating, die ter plaatse van de voegen wordt aangebracht in beton om dwarskrachten over te brengen.

Dilatatievoeg
Zie uitzetvoeg.

Directie
Persoon of personen, door de opdrachtgever aangewezen om toezicht uit te oefenen op de uitvoering van het werk en op naleving van de overeenkomst, en om de opdrachtgever te vertegenwoordigen in alle zaken die het werk betreffen voor zover daarvoor geen andere regelingen gelden.

Doorgaand gewapende betonverharding
Betonverharding zonder dwarsvoegen met een wapening in langsrichting.

Dwarsvoeg
Voeg in de betonverharding loodrecht op de rijrichting.

Elasticiteitsmodulus
Verhouding tussen de spanning en de relatieve vervorming van een materiaal (N/mm2)

Elastische voegdichtingsmaterialen
Uit een of meer componenten bestaande kunststoffen, waarvan de vloeibare componenten verharden in contact met de buitenlucht of door menging van hars- en hardercomponenten, ten gevolge van chemische reacties waarbij elastische materialen ontstaan.

Elastoplastische voegdichtingsmaterialen
Materialen die door verwarming gietbaar of extrudeerbaar worden en bij normale temperatuur een enigszins rubberachtig karakter bezitten.

Gestabiliseerde laag
Laag van korrelvormig gegradeerd materiaal waaraan een bindmiddel is toegevoegd.

Glijmiddelen
Hulpmiddelen om het inbrengen van profielen in de voegen te vergemakkelijken; sommige soorten fungeren daarbij tevens als hechtmiddel.

Grinding
Het slijpen van het betonoppervlak d.m.v. diamantzaagbladen, zodat weer wordt voldaan aan stroefheid, vlakheid- en geluidseisen. De diamantzaagbladen (veelal meer dan 100) zijn op een horizontale as gemonteerd.

Grooving
Het licht inzagen van het betonoppervlak d.m.v. diamantzaagbladen, analoog aan grinding echter met grotere zaagbladafstand. Met grooving wordt de waterafvoer vergroot.

Koppelstaaf
Geribde ronde stalen staaf die in beton wordt aangebracht bij langsvoegen om zowel dwarskrachten als krachten in de lengterichting van de staaf over te brengen.

Kram
Geribde ronde stalen staaf, voorzien van omgebogen einden, die in beton wordt aangebracht bij scheuren of langsvoegen om zowel dwarskrachten als krachten in de lengterichting van de staaf over te brengen. Primair doel is het voorkomen dat de plaatdelen uiteendrijven.

Krimpvoeg
Kunstmatig aangebrachte verzwakking in een betonverharding. Onder de voeg zal de verharding bij krimp gecontroleerd scheuren (ook wel schijnvoeg genoemd).

Kunstwerk
Civieltechnische constructie die deel uitmaakt van een weglichaam en waaraan mede als gevolg daarvan wegbouwkundige ontwerpcriteria ten grondslag liggen.

Langsvoeg
Voeg in de verharding evenwijdig aan de rijrichting.

Milieuklasse
Aard van het milieu in verband met de duurzaamheid van beton in de gebruiksfase.

Nabehandelen
Geheel van maatregelen om een vers beton- of zandcementoppervlak gedurende de verhardingsperiode te beschermen tegen uitdroging en weersinvloeden.

Onderbouw
Totaal van natuurlijke en aangebrachte grond- en funderingslagen onder de verharding.

Ontwerplevensduur
Tijd uitgedrukt in jaren dat de verhardingsconstructie verwacht wordt functioneel aan zijn doel te beantwoorden.

Opdrachtgever
Natuurlijke rechtspersoon die het werk heeft opgedragen

Opdrachtnemer
Natuurlijke rechtspersoon aan wie het werk is opgedragen

Opzagen
Door zagen, slijpen of frezen verbreden van de voeg om de breedte van de voeg in overeenstemming te brengen met de eigenschappen van het voegdichtingsmateriaal.

Primer
Zie: Voorstrijkmiddel

Profielen
Uit synthetische rubbers vervaardigde voorgevormde stroken, soms met zijwaarts uitstekende randen, die inwendig zijn voorzien van luchtkamers en/of kanalen, of ronde schuimrubber slangen met uitwendig een glad en gesloten oppervlak. Profielen worden onder voorspanning in voegen aangebracht om deze aan de bovenzijde af te dichten.

Rolling finisher
Betonafwerkmachine voor het werken met een variabele breedte.

Rugvulling
Samendrukbaar, ronde slang die in het verbrede deel van de (opgezaagde) voeg wordt aangebracht met het doel de indringing van voegdichtingsmateriaal in het smallere gedeelte van de voeg en het contact met de horizontale bodemvlakken van het verbrede gedeelte te verhinderen. Rugvulling fungeert tevens als onderste begrenzing bij het aanbrengen van vloeibare voegdichtingsmaterialen, waardoor de installatiediepte, de dikte en de vormgeving van het dichtingmateriaal worden bepaald.

Slipformpaver
Betonverwerkingsmachine voor wegen en verhardingen uitgerust met een glijdende bekisting.

Steenmengsel
Mengsel van gebroken gegradeerd natuurlijk gesteente of van slak die vrijgekomen is bij de bereiding van staal of ontsluiting van erts.

Sterkteklasse
Aanduiding voor de karakteristieke druksterkte van beton volgens NEN 8005.

Stitching
Het om en om schuin inboren en verlijmen van korte koppelstaven door een scheur (of langsvoeg), zodat een koppeling tussen de aanliggende betonplaten of delen van betonplaten ontstaat. Stitching wordt ook wel koppelen genoemd.

Stortvoeg
Zie constructievoeg.

Uitzetvoeg
Ruimte tussen de betonplaten van een betonverharding of tussen betonverharding en een kunstwerk, om te voorkomen, dat bij uitzetting ontoelaatbare spanningen optreden (ook wel dilatatievoeg genoemd).

Verharding
Voor het verkeer aangebrachte verharde constructie; bovenste laag van de verhardingsconstructie (incl. fundering).

Verhardingstijd
Tijdsduur tussen het moment van bereiding van betonspecie en het moment waarop door verharding een bepaalde sterkte is bereikt.

Verkeer
Verzameling van al dan niet in beweging zijnde verkeerseenheden die van de weg gebruikmaken.

Vloeimachine
Machine voor het strijkend opbrengen van bindmiddel voor kunststof oppervlakbehandelingen.

Voeg
Naad tussen twee aansluitende gedeelten van de verharding. Voegen zijn bewust vervaardigde doorsnedeverzwakkingen in een betonverharding, om het doorscheuren ervan door het optreden van verhardingskrimp op vooraf bepaalde plaatsen te doen plaatsvinden.

Voeg(af)dichtingsmateriaal
Plastisch of elastisch materiaal, geschikt voor het vullen en duurzaam afsluiten van de voeg.

Voegafstand
Afstand tussen twee opeenvolgende voegen.

Voegkamer
Ruimte, ontstaan door het opzagen van de eerste zaagsnede, waarvan de afmetingen moeten zijn afgestemd op het aanbrengen van een eventuele rugvulling en op het type voegdichtingsmateriaal.

Voegkantschade
Zie voegschade.

Voegschade
Afbrokkeling van de plaat bij langs- en dwarsvoegen.

Voegvulling
Zie: Voegdichtingsmateriaal.

Voorstrijkmiddel
Materiaal dat op de verticale voegwanden wordt aangebracht om de hechting tussen cementbeton en voegdichtingsmateriaal te bevorderen.

Wapening
In beton aangebrachte stalen staven die door aanhechting aan het beton krachten kunnen overnemen van of overdragen naar het omringende beton.

Weg
Gebaand gedeelte van het terrein ten behoeve van het verkeer te land, in lengte- en dwarsrichting begrensd door weggrenzen.

Werkende voeg
Naad tussen twee aansluitende gedeelten van de verharding, waarvan de breedte onder invloed van temperatuurveranderingen varieert.

Zaagmachine
Zelfrijdende machine voorzien van een zaagblad, om de verharding tot een gewenste breedte en diepte te kunnen inzagen.

Zandbed
Bovenste gedeelte van de aardebaan, waarvan het materiaal aan bepaalde eisen moet voldoen en waarop de verharding rust.

Zelfbindende fundering
Fundering bestaande uit een laag lichtgebonden steenachtig materiaal, waaraan geen specifiek bindmiddel zoals cement of bitumen is toegevoegd.